Het is alweer dik zes maanden geleden dat we zompig en verzakkend polderland verruilden voor zonnig en vriendelijk Portugal en sinds begin september hebben vrouw, hond en ik een fijne casa op twee kilometer van het strand betrokken. Het galmde als een malle, want de verhuiswagen met alle huisraad liet vreselijk lang op zich wachten en daarover wilde ik eigenlijk ontiegelijk leeglopen tegen jelui. Natuurlijk wel verpakt in een zekere leerzame, anekdotische context hè – anders lijkt het ook maar of ik als een klaaglijke consument zit te sikkeneuren over alle gecontainerde consumptiespullen die kaders en (in)vulling moeten geven aan mijn burgerbestaan.
Portugal
Hollandse lulligheid
Er zat minder dan 72 uur tussen het vluchtige vertrek uit mijn vreselijke vinexhut in Oostzaan en het verhaal over het crackhuis in de Algarve maar mijn vrouw oordeelde aan de hand van wat foto’s dat ik er al vijf jaar jonger uit zag. De dag na het crackhuis lunchten we met senhor Erik de Vlieger in Cabanas, daags erna – eerste Pinksterdag – wilde Arthur naar de IKEA bij Loulé voor een burgermansontbijt van anderhalve euro om het ophefgolfje over de crackfoto’s te schragen met gezonde Hollandse lulligheid.
San Sebastián
Het is tien voor avondklok als ik, veel te hard over de slingerende wegen, de grenstol Frankrijk/Baskenland passeer. Ouderwetse machines met muntvangende trechters retourneren 1- en 2 cent-muntjes die ik al jaren niet meer gezien heb en een gevoel van euforie kruipt ergens vanonder het dashboard de auto in. Ha! Frankrijk verslagen! Stik lekker in je pass sanitaire! Freedom, bitchesss!
Klein bier
In Portugal laten ze zich niet zo opjagen. Ik wees op m’n te grote glas bier, waarvan het laatste derde al lang lauw was geworden in de warme namiddagzon. ‘Hieraan herken je de toerist,’ zei ik, want ik woon hier nog niet lang genoeg.